Jezus redt
Ik fiets links,net als het overige verkeer in Zambia behoort te doen. Hij rechts, veel andere fietsers doen het ook: Je fietst midden op het asfalt als er geen verkeer je tegemoet komt en gaat even aan de kant als er wel wat aan komt. Naast hijzelf vervoert zijn Indiase Atlas-fiets vijf enorme zakken houtskool op de achterdrager en twee op een geïmproviseerde voordrager. Elke zak bevat 25 kilo en de weg gaat omhoog. Toch weet hij me aardig bij te houden. Een beroepstransporteur met fietsbenen. “Is het je opgevallen dat Zambia een arm land is?” roept hij mij toe van de andere kant van de weg. Ik antwoord bevestigend, “Als God jou genadig is komt het vast goed hè?” antwoord ik hem met zo min mogelijk hoorbare spot. Aan zijn achterspatbord hangt een grote spatlap waar hij met witte letters 'Jesus grant me mercy' op heeft geschreven. “Ja zeker!” zegt hij met een grote grijns en doet er verder het zwijgen toe. Rechts rijden vraagt om concentratie: een tegemoetkomende auto missen en hij kan houtskool vegen.
Net voor Lusaka begint, levert hij zijn lading af, bij een centraal punt langs de kant van de weg waar nog veel meer zakken staan opgesteld.
In Lusaka vraag ik me af of dit Zambia nog wel is. Ben ik niet in een andere wereld terecht gekomen? Dat je in een hoofdstad alles zou kunnen krijgen had ik verwacht, dat er luxe winkels zouden zijn ook maar dit, nee, dit niet. Er is een enorme shopping mall in aanbouw. Het woord winkelcentrum dekt de lading niet meer, het ervoor gelegen parkeerterrein is kolossaal. Dure vierwiel aangedreven terreinwagens vullen de wegen. Begrijpen doe ik het niet. De weg voor Lusaka werd, met uitzondering van de laatste vijftig kilometer, voornamelijk bevolkt door fietsers al dan niet beladen met grote zakken. Je kon de vogeltjes er horen fluiten, auto's waren zwaar in de minderheid. Waar komt dit opeens allemaal vandaan? Is Lusaka een land binnen een land?
Bij een volgend luxe winkelcentrum dat volop in gebruik is besluit ik even een kijkje van dichterbij te gaan nemen. Maar een beveiliger van G4S houdt mij staande. “Je mag hier niet fietsen,” zegt hij. Oké dat is goed, antwoord ik hem en stuur het gesprek direct de andere kant op door op te merken dat deze stad mij zo verbaast. “Daarnet zag ik nog en man zwoegen op zijn fiets beladen met 175 kilo houtskool en hier staan duizenden auto's voor een luxe winkelcentrum! Dat verbaast mij nogal!”
“Acht weet je, dit hele complex is neergezet door Zuid-Afrikaanse investeerders,” zegt hij. “Alle huur die men hier betaalt stroom zo het land uit, zo linea recta naar Zuid Afrika. Eigenlijk zouden de Zambianen dit moeten doen maar onze regering is daar veel te zwak voor, die regelt niks voor ons,” zegt hij met een vlakke stem. “Wij blijven arm. Ook G4S waar ik voor werk is een buitenlands bedrijf, en zelfs dit gele hesje dat ik draag hebben ze uit Engeland laten komen.” Hij zwijgt voor een moment en vervolgt met: “Er hangen hier overal videocamera's. Als ze jou daarop zien fietsen, weten ze dat ik mijn werk niet goed doe.” Ik beloof er rekening mee te zullen houden, keer om en fiets de stad verder in. Een geldstroom richting Zuid Afrika of niet, de man heeft wel een baantje en ook de klanten van de winkelcentra zijn toch voor het merendeel wel Zambianen?
Mijn weg vervolgt langs enorme billboards van telefoonmaatschappijen, automerken, televisietoestellen en wat al niet meer. Ook is er een van een van een predikant die met Jezus als onderwerp in een stadion zal preken. Of beter gezegd, heeft gepreekt. Het was 2104 dat het evenement plaats vond en de advertentie is blijven hangen. God is sindsdien de bevolking van Lusaka behoorlijk genadig geweest zo mag ik misschien toch wel voorzichtig concluderen. Nu de rest van het land nog. De kloof zal helaas voorlopig nog wel even blijven. Maar Jezus, die is overal. En als ik de mensen moet geloven helpt hij uitstekend bij elke ziekte en tegenslag. Voor arm of rijk, Lusaka of Zambia, Jezus redt! Met behulp van een billboard of een spatlap.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}